Fixatie

Lees hier meer over de fixatiemaatregelen in ons ziekenhuis.

  • Fixatie is het geheel van maatregelen waarbij fixatie- en beschermingsmiddelen aan of dichtbij het lichaam van de patiënt aangebracht worden om het hele lichaam of een deel te immobiliseren.
  • Het doel van deze maatregelen is om de patiënt, van wie het gedrag als gevaarlijk wordt beschouwd of slecht aangepast is aan de situatie, in veiligheid te brengen.
  • De fixatiemaatregelen kunnen niet gecontroleerd of verwijderd worden door de patiënt zelf.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen urgente en niet-urgente situaties:

Vrijheidsbeperking in een urgente situatie

Elke hulpverlener handelt volgens de wet onverwijld (en uiteraard zonder de toestemming af te wachten), maar beperkt zich tot de onmiddellijk noodzakelijke tussenkomsten in het belang van de gezondheid en de veiligheid patiënt en/of anderen.

Vrijheidsbeperking in een niet-urgente situatie
  • Bij de wilsonbekwame patiënt: de familie en vertegenwoordiger van de patiënt worden op de hoogte gebracht van de genomen beschermende maatregelen. De verpleegkundige/arts is de belangenbehartiger van de patiënt en beslist.
  • Bij de wilsbekwame patiënt: de toestemming van de patiënt is vereist. Bij weigering is professioneel overleg noodzakelijk. Bij blijvende weigering is er geen fixatie. De patiënt kan op elk ogenblik zijn toestemming intrekken.
  • De vrijheidsbeperking wordt in principe zo kort mogelijk gehouden en dient zo snel mogelijk opgeheven te worden.
  • De herevaluatie dient regelmatig door een verpleegkundige te gebeuren en wordt in team besproken.
  • Indien verdere vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk blijven, wordt dit genoteerd in het verpleegkundig dossier.

Tijdens de periode van fixatie is er een verhoogd toezicht van de patiënt.

  • Controle van de vitale parameters (3 keer per 24 uur pols, bloeddruk, temperatuur, saturatie en ademhaling)
  • Controle op complicaties (bv. gezwollen hand, huidletsels, drukletsels bij lendengordel, bloeddoorstroming, gevoel in extremiteiten, verhoogde agitatie door fixatie, etc.)
  • Controle toestand materiaal en correct gebruik van materiaal
  • Preventie van decubitus (losmaken voor mobilisatie en toepassen wisselhouding)
  • Vocht -en voedingstoestand, sanitaire behoeften van patiënt
  • Psychosociale toestand, bewegingsmogelijkheid en gedrag van de patiënt

De patiënt en familie worden zoveel mogelijk betrokken bij de beslissingen rond fixatie. Zolang de fixatiemaatregelen worden toegepast, is het informeren van de patiënt en de familie een prioriteit.

Een correcte rapportage in het patiëntendossier bestaat uit:

  • Indicatie(s) tot fixatie
  • De genomen fixatiemaatregelen
  • Begin- en einduur van de fixatie
  • Verwittigen arts en familie
  • Evaluatie van het resultaat van de fixatiemaatregelen
  • Bij elke shiftwissel (her)evaluatie van de verdere nood aan fixatie
  • Algemene observaties betreffende de toestand van de patiënt
  • Naam en overleg van alle betrokkenen
  • Uitgangspunt bij het beëindigen van het fixeren is dat de veiligheid van de patiënt en de anderen voldoende gegarandeerd is
  • Het opheffen van de vrijheidsbeperkende maatregel wordt genomen door minstens een verpleegkundige, bij voorkeur in overleg met andere teamleden en de arts
  • De beslissing wordt genoteerd in het verpleegdossier en registratieformulieren worden vervolledigd. De patiënt en familie worden ingelicht over de beslissing. Indien noodzakelijk volgt een nabespreking
  • Persoonlijke bezittingen worden teruggegeven (mogelijk na teamoverleg)
  • Fixatiemateriaal wordt gecontroleerd op functionaliteit en netheid. Bevuild materiaal wordt naar washuis gebracht door logistieke dienst/poetsdienst.
  • Aandacht om boxen te vervolledigen nadat materiaal gereinigd op afdeling. Eventuele gebreken aan het fixatiemateriaal dienen doorgegeven te worden aan PAAZ.