Achterste glasvochtloslating
Info
Bij flitsen en vlekken denken wij aan een achterste glasvochtloslating. Bij jonge mensen is de gehele inhoud van de oogbol achter de lens gevuld met een soort gelei, die we het glasvocht noemen. Het glasvocht zit aan de achterzijde vast aan het netvlies dat aan de binnenzijde van de oogbol ligt.
Met het ouder worden verandert de samenstelling van het glasvocht geleidelijk, waardoor de geleiachtige substantie gaat inkrimpen. Als gevolg hiervan maakt het glasvocht zich op een bepaald moment los van het netvlies. Dit proces noemen we een achterste glasvochtloslating. Het is een natuurlijk verouderingsproces dat in het algemeen pas na het 50ste levensjaar optreedt. Bij bijziendheid komt het echter nogal eens eerder voor.
Door veroudering ontstaan er ook troebelingen in het glasvocht. Deze kunnen worden waargenomen als zwevende sliertjes, spinragjes of bolletjes, vooral in een lichte omgeving. Ze worden ook wel mouches volantes (zwevende vliegjes) genoemd.
Na een achterste glasvochtloslating zijn deze vlekjes vaak duidelijker zichtbaar en nemen ze soms toe in aantal. Er kan zelfs een vrij grote bewegende vlek ontstaan, meestal één per oog. Evenals de mouches lijkt zo’n vlek te zweven. Een achterste glasvochtloslating kan, op plaatsen waar het glasvocht aan het netvlies vastzit, aan het netvlies trekken. Hierdoor kunnen lichtflitsen worden gezien, vooral ‘s avonds of in een donkere omgeving.
Om te bepalen of er sprake is van een achterste glasvochtloslating of netvliesafwijkingen wordt het oog onderzocht, nadat de pupil is verwijd met druppels. Door deze druppels zult u na het onderzoek nog enkele uren wazig blijven zien.
Bij een glasvochtloslating is behandeling niet nodig. De lichtflitsen houden meestal vanzelf op als het achterste glasvocht helemaal los ligt van het netvlies. De zwevende vlekjes zullen in de loop van de tijd minder hinderlijk worden, maar verdwijnen niet helemaal.
Het loslaten van het glasvocht veroorzaakt meestal geen problemen. Zijn er echter aangeboren zwakke plekken in het netvlies of plaatsen waar het glasvocht stevig vastzit aan het netvlies, dan kunnen er complicaties optreden (kans van ongeveer 15 %).
In het netvlies kan dan een gaatje of scheurtje ontstaan. Door zo’n scheurtje kan vocht onder het netvlies komen, waardoor het los komt te liggen. Dit noemen we een netvliesloslating of ablatio retinae.
Wordt er een scheurtje in het netvlies gevonden, dan wordt dit behandeld met een laserapparaat om te voorkomen dat er een netvliesloslating ontstaat. Is er een netvliesloslating geconstateerd, dan moet deze operatief worden behandeld.
Wanneer je merkt dat je meer vlekken of flitsen gaat zien, andere vlekken gaat zien, minder scherp gaat zien of een deel van jouw gezichtsveld mist (alsof je
tegen een gordijn of berg aankijkt), contacteer dan jouw oogarts.
Arts
Telefonisch bereikbaar op:
- Maandag van 8u30 tot 18u00
- Woensdag van 8u30u tot 18u00
- Donderdag van 8u30 tot 18u00
- Vrijdag van 8u30 tot 18u00
Telefonisch bereikbaar op:
- Dinsdag van 8u30 – 18u00
- Woensdag van 8u30 – 18u00
- Donderdag van 8u30 – 17u30
- Vrijdag van 8u30 – 12u00 (3 x per maand)
Telefonisch bereikbaar op:
- Maandag van 8u00 tot 17u00
- Dinsdag van 8u00 tot 17u00
- Donderdag van 8u00 tot 18u00
Huisartsen
- Voor huisartsen is er een priornummer dat voorrang geeft bij het secretariaat van de arts.
- Dit nummer kan opgevraagd worden via 09 364 81 12 of communicatie@sezz.be.)