Anticonceptie
Anticonceptie
Anticonceptie betekent letterlijk “tegen conceptie” en is bedoeld om bevruchting en/of innesteling van een bevruchte eicel te voorkomen, waardoor de kans op zwangerschap zo klein mogelijk wordt. Er zijn verschillende methoden:
- Stoffen toedienen die de eisprong voorkomen.
- Voorkomen dat zaadcellen en eicellen elkaar bereiken.
- Geen gemeenschap tijdens de vruchtbare periode of geen zaadlozing in de schede.
- Voorkomen dat een bevruchte eicel zich in de baarmoeder nestelt.
Geen enkele methode is 100% betrouwbaar, maar sommige komen dicht in de buurt. De meest betrouwbare methoden zijn die waarbij je zelf niets hoeft te doen, zoals sterilisatie, het hormoonstaafje, het hormoonspiraaltje, het koperspiraaltje en de prikpil. Zelf bij te houden methoden zijn minder betrouwbaar door de kans op vergeten of verkeerd gebruik. De kans op zwangerschap is meestal groter in de eerste paar jaar van gebruik.
Niet elke methode is voor iedereen geschikt. Overleg met een arts om te bepalen welke methode het beste bij je past, rekening houdend met gebruiksduur, voor- en nadelen, en mogelijke bijwerkingen. Bij ongeveer 10% is de eerste keuze niet ideaal.
Wanneer je stopt met een anticonceptiemethode, kun je in principe meteen zwanger worden.
Hormonale methoden
De hormonen in deze methode onderdrukken de eisprong, waardoor bevruchting niet mogelijk is. Hormonale anticonceptie voor mannen is nog in ontwikkeling.
De anticonceptiepil, -ring en -pleister bevatten oestrogenen en progestagenen. Ze bootsen de menstruatiecyclus na, met een onttrekkingsbloeding tijdens de stopweek. Deze combinatiemiddelen zijn zeer betrouwbaar, verminderen bloedverlies en pijn, verlagen premenstruele klachten en verkleinen de kans op gezwellen aan baarmoeder en eierstokken.
Bij aanvang kun je misselijkheid, gespannen borsten, minder zin in seks en lichte bloedingen ervaren. Deze klachten verdwijnen meestal vanzelf. Houden ze langer aan? Contacteer dan je arts.
Middelen met alleen progestagenen, zoals de minipil, prikpil, hormoonstaafje en hormoonspiraal, maken de menstruatiecyclus vaak onherkenbaar: 1/3 heeft geen bloedverlies, 1/3 een lichtere cyclus, en de rest onregelmatig bloedverlies. Ze zijn betrouwbaar en geschikt tijdens het kraambed of bij borstvoeding. Deze middelen zijn betrouwbaar, zelfs bij minder bloedverlies, en hoeven niet dagelijks ingenomen te worden. Ze geven geen extra risico op hart- en vaatziekten, maar let op trombose en bespreek dit met jouw arts. Het nadeel is de onvoorspelbaarheid van bloedverlies, vooral in de eerste 3 tot 6 maanden, waarna het vaak sporadisch en onvoorspelbaar is en uiteindelijk kan verdwijnen.
Neem deze pil dagelijks op een vast tijdstip gedurende 21-22 dagen, gevolgd door een stopperiode van maximaal 7 dagen met een bloeding. Begin op een vaste dag met een nieuwe strip. Doorslikken zonder stopweek kan, afhankelijk van de pil. Raadpleeg bij twijfel je arts of gynaecoloog.
Eenfasepillen hebben dezelfde samenstelling, terwijl twee- en driefasenpillen twee of drie verschillende samenstellingen hebben en een specifieke volgorde vereisen.
Pillen met desogestrel, gestodeen of cyproteronacetaat verhogen het risico op trombose. Bij een familiegeschiedenis van trombose, laat je onderzoeken of overleg met je arts. Voor vrouwen ouder dan 35 jaar of rokers verhoogt de pil het risico op hart- en vaatziekten. Er is ook een gering risico op verhoogde bloeddruk, goedaardige levertumoren of borstkanker.
Je kunt deze ring gemakkelijk zelf inbrengen en weer verwijderen. Deze ring wordt in de schede geplaatst en geeft een constante hoeveelheid hormonen af. Gemeenschap hebben kan met of zonder ring, maar de ring mag niet langer dan drie uur uit de schede blijven.
De pleister kan overal op de huid geplakt worden, behalve op de borsten. De pleister geeft, net als bij de anticonceptiering, een constante hoeveelheid hormonen af aan het lichaam. Eenmaal per week vervang je de pleister en na drie weken volgt er een stopweek.
De minipil is een doorslikpil: iedere dag 1 pil zonder stopweek, liefst op hetzelfde tijdstip. Je gebruikt deze pil dus constant en is even betrouwbaar als de andere combinatiemiddelen.
De prikpil is een injectie in de spier, die eens per 3 maanden wordt gegeven. Het grote nadeel is dat, na het stoppen, het soms lang kan duren voordat de gewone cyclus terugkomt: tot maximum 1 jaar. Een voordeel is dat je slechts 4 keer per jaar de prik moet laten nemen. Bij klachten moet je echter wachten tot alle hormonen het lichaam uit zijn. De toegediende hormonen kunnen niet meer worden weggehaald.
Dit staafje is 4 centimeter lang en geeft een constante hoeveelheid progesteron af. Dit staafje wordt in de bovenarm net onder de huid ingebracht, maar de arts zal eerst lokaal verdoven. Na het inbrengen kan het hormoonstaafje 3 jaar blijven zitten. Het verwijderen gebeurt op dezelfde manier.
Het hormoonspiraal wordt net als een gewone koperspiraal in de baarmoeder gebracht en kan 5 jaar blijven zitten. Het progesteron werkt voornamelijk op het slijmvlies van de baarmoeder. Er komt maar een klein deel in het lichaam. Hierdoor treedt er soms een eisprong op, maar de kans op zwangerschap blijft klein: het baarmoederslijmvlies wordt echter niet aangemaakt.
Een nadeel is dat het spiraal nog voor onregelmatig bloedverlies kan zorgen, soms met buikpijn. 80% van de vrouwen is na een jaar tevreden; 25% heeft geen menstruatie meer, 50%
Inter-uteriene methoden
Dit spiraaltje maakt zaadcellen inactief, waardoor bevruchting niet mogelijk is. Mocht een eicel toch bevrucht worden, kan deze zich niet innestelen door de verandering van het baarmoederslijmvlies.
Zowel koper- als hormoonspiralen kunnen minimaal 5 jaar blijven zitten en zijn makkelijk verwijderbaar. Ze zijn even betrouwbaar als hormonale methoden. Een groot voordeel is de langdurige werking van minstens 5 jaar. Het nadeel van een koperspiraal is de kans op langere, pijnlijkere menstruaties met meer bloedverlies. Een hormoonspiraaltje kan onregelmatig bloedverlies veroorzaken.
Bij het inbrengen en verwijderen van het spiraaltje bestaat een kans op ontsteking van de eileiders of baarmoeder, wat invloed kan hebben op de vruchtbaarheid. Om dit te voorkomen, wordt soms een kweek van de baarmoedermond genomen en antibiotica voorgeschreven voor jou en eventueel jouw partner.
Natuurlijke methoden
De methode houdt in dat je geslachtsgemeenschap probeert te vermijden tijdens de vruchtbare periode. Deze methoden volgen de lichamelijke, biologische processen van het lichaam zonder ingrijpen van buitenaf. Het nadeel is dat ze te onbetrouwbaar zijn en dagelijks veel tijd en aandacht vraagt.
Het grootste nadeel is dat het bepalen van de vruchtbare periode niet eenvoudig is. De NFP (Natural Family Planning)-methode is het meest betrouwbare. NFP bestaat uit een combinatie van het meten van jouw temperatuur, het beoordelen van het cervixslijm (slijm van de baarmoedermond) en de baarmoedermond. Bij een eisprong stijgt de temperatuur ongeveer 0,5 – 1°C en de baarmoeder maakt dan meer slijm aan voor het vervoer van de zaadcellen. Beide meten en beoordelen is op zich niet zo betrouwbaar. Een oplossing is het uitvoeren van een urinetest (verkrijgbaar bij de apotheek en de drogist) en de waarde te bepalen van het LH (Luteiniserend Hormoon). Aan de hand van deze methode kun je jouw vruchtbaarste dagen bepalen.
Dit is niet volledig vertrouwbaar: 6% van alle vrouwen die deze methode doen worden toch zwanger.
Barrièremiddelen
Deze middelen verhinderen het binnendringen van de zaadcellen in de baarmoeder. Voor de man heb je de condoom. Voor de vrouw zijn er het vrouwencondoom, het pessarium oclusivum (de ring) en het siliconenkapje. Om de betrouwbaarheid te verhogen is het nodig deze middelen te combineren met een zaaddodende crème of pasta. Deze middelen kunnen je ook beschermen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA).
De natuurlijke processen van het lichaam worden aan de hand van deze middelen niet beïnvloed. Een nadeel is dat het gebruik storend kan zijn voor de seksuele beleving.
Klassieke methoden
Abstinentie staat voor geheelonthouding. In theorie is er door gebruik van deze methode geen enkele kans op zwangerschap, maar in de praktijk blijft de kans op een zwangerschap 10%.
Een meer gekendere naam voor deze methode is “voor het zingen de kerk uitgaan”. Het houdt in dat de man zijn penis voor de zaadlozing uit de vagina halen. Deze methode is echter niet betrouwbaar, het voorvocht bevat namelijk al zaadcellen. De natuurlijke en lichamelijke processen worden niet beïnvloed, maar de methode is onbetrouwbaar.
Definitieve methoden
De man krijgt een plaatselijke verdoving, waarna de zaadstrengen worden afgebonden. Deze ingreep noemt men vasectomie.
De sterilisatie kan laparoscopisch (een kijkoperatie in de buik), onder volledige narcose, gebeuren. De ingreep houdt in dat de eileiders worden afgesloten met een ringetje of een clip. De eileiders kunnen ook worden dichtgebrand.
Een hysteroscopische (een kijkoperatie via de schede in de baarmoeder) sterilisatie gebeurt onder lokale verdoving of zelfs zonder. Hierbij plaatst men een siliconenplugje of een veertje in de eileider.