Lumbale arthrodese
Info
- Als er uitgesproken slijtage is aan de tussenwervelschijf kan dat leiden tot veel rugpijn. Door mechanische veranderingen van de wervelkolom treedt er een druk op de zenuw op.
- In die omstandigheden stellen we een lumbale arthrodese voor. Daarbij maken we twee of meer wervels vast.
- Het is de bedoeling om de slechte tussenwervelschijf volledig weg te nemen maar ook om de verhouding tussen de wervels te herstellen.
- Zo maken we de openingen waardoor de zenuwen lopen terug goed open en verdwijnen symptomen die het gevolg zijn van de zenuwknelling.
De ingreep gebeurt onder narcose. We maken een grote snede via de rug en maken de rugspieren los van de onderliggende wervelbogen. We verwijderen een deel van de wervelbogen en de kleine facetgewrichtjes om de zenuwen volledig vrij te leggen. Langs de zenuwen verwijderen we de tussenwervelschijf volledig en vervangen ze door blokjes (cages of holle kooitjes gevuld met lichaamseigen bot). Door de cages wordt de verhouding tussen de wervels hersteld. De twee aanliggende wervels moeten via de kooitjes aan elkaar vastgroeien. Dat vastgroeien neemt tijd in beslag en daarom plaatsen we bijkomend schroeven en staven om beide wervels te fixeren tegenover elkaar.
Het herstel na de ingreep neemt enkele weken in beslag en de pijn neemt maar traag af. Voor het herstel van eventueel verminderde kracht en verminderd gevoel (tintelingen) is nog meer tijd nodig.
De risico’s zijn beperkt en moeten we afwegen tegenover de ernst van het pijnprobleem, de duur van de klachten en eventueel neurologisch functieverlies.
De meest voorkomende risico’s zijn :
- Nabloeding en wondinfectie
- Beschadiging van de zenuw met bijkomend functieverlies
- Blijvende pijn ondanks vrijleggen van de zenuw (als gevolg van de ernst van de druk voor de ingreep en manipulatie van de zenuw tijdens de ingreep)
- Beschadiging van het vlies rondom de zenuw en lekkage van hersenvocht
De neurochirurg verwijst je door naar de preopnamebalie. Zij vragen je om alle voorbereidende onderzoeken uit te voeren. Dat kan gaan om:
- labresultaten
- EKG of hartonderzoek
- longfoto
- …
Breng de resultaten van de onderzoeken minstens drie dagen voor je ingreep binnen bij de preopnamebalie.
Voor je naar het ziekenhuis vertrekt
Preoperatief wassen: tijdens de consultatie kreeg je acht flacons Iso-Betadine® Uniwash mee naar huis. Was je daarmee de avond voor je vertrek en de ochtend van je ingreep volgens de vier stappen.
Aankomst in het ziekenhuis
- Een medewerker van ons team ontvangt je en begeleidt je naar je kamer.
- We overlopen je klachten en medische voorgeschiedenis. Het is belangrijk dat we ook de thuismedicatie overlopen en dat je alle genomen bloedverdunners vermeldt (ook als je ze intussen niet meer neemt).
- Geef op tijd alle nodige formulieren of attesten af die je arts moet invullen (bv. afwezigheidsattest voor werk/school, attesten voor het ziekenfonds …).
Voor de operatie
- De verpleegkundige informeert je op welk tijdstip je ingreep ongeveer plaatsvindt.
- Verwijder juwelen, contactlenzen, tandprothesen, andere prothesen …
- De enige toegelaten kledingstukken zijn een operatiehemd en antiflebitiskousen. Heb je zo’n kousen thuis, breng ze dan gerust mee.
- We meten je een Verba® (= steunverband bij het opstaan) aan.
De antiflebitiskousen draag je tot je ontslag. Het Verba®-verband moet je zes weken aanhouden.
Transport naar de voorbereiding
- Een medewerker van het patiëntenvervoer brengt je naar de voorbereiding waar de collega’s van de operatiezaal je ontvangen en verder begeleiden.
Je wordt wakker in de ontwaakzaal met een infuus voor de pijnmedicatie, een arteriële katheter, een wonddrain, een blaassonde en eventueel een pijnpomp (PCIA-pomp). We observeren je tot je voldoende wakker bent. Je blijft er één nacht en de volgende ochtend brengen we je terug naar de afdeling.
De eerste pijnmedicatie krijg je via een infuus volgens schema. De verpleegkundige voert regelmatige controle uit over:
- neurologische functies: trek- en duwkracht van de benen.
- parameters: bloeddruk, pols, temperatuur en zuurstofwaarden.
- pijn.
Als je niet misselijk bent, mag je een slokje water drinken.
Je verblijft gemiddeld vier à vijf dagen op de afdeling na deze ingreep:
- Je krijgt een verpleegkundige toegewezen die de nodige observaties verder uitvoert.
- Je krijgt regelmatig pijnmedicatie volgens het pijnschema.
- Je hebt bedrust tot 16 uur. Daarna geven we je instructies over hoe je het best opstaat na de ingreep. Volg de instructies strikt op.
- De tweede dag op de afdeling stoppen we de pijnpomp, als het mogelijk is. Als de pijn onder controle is, verwijderen we het perifeer infuus en starten we met orale pijnstilling, volgens schema. Als opstaan vlot verloopt, verwijderen we ook de blaassonde.
- Elke dag komt een neurochirurg langs op de kamer samen met de dienstverantwoordelijke of dagverantwoordelijke. In overleg beslissen we wanneer je het ziekenhuis mag verlaten.
- Vraag je arts naar eventuele attesten of formulieren die je nodig hebt bij ontslag (bv. afwezigheidsattest voor werk/school, attest voor het ziekenfonds …).
- Voor je vertrek brengt de verpleegkundige een nieuw spatwaterdicht verband aan.
- Instructies voor de wondzorg en de datum waarop de hechtingen verwijderd mogen worden, vind je terug op je ontslagbrief.
- Je krijgt bij ontslag ook je medicatiebrief in drievoud mee: voor jezelf, de huisarts en de apotheker.
- De neurochirurg ziet je graag terug een zestal weken na de ingreep.
- Bij je ontslag krijg je een precieze datum voor de opvolgafspraak en een aanvraag voor een controlefoto.
- Breng de aanvraag mee naar je opvolgafspraak.