Zwangerschapsdiabetes
Hier vind je uitgebreide informatie over zwangerschapsdiabetes, de mogelijke gevolgen en hoe het wordt opgespoord en behandeld. Je leest hier ook hoe je jouw bloedsuikerwaarden kunt opvolgen en welke stappen je na de bevalling best neemt.
Wat is zwangerschapsdiabetes?
Zwangerschapsdiabetes betekent dat je tijdens je zwangerschap abnormaal hoge bloedsuikerwaarden hebt. Dit is één van de meest voorkomende complicaties en treft bijna 1 op 10 zwangere vrouwen in Vlaanderen.
Onbehandeld verhoogt het de kans op vroeggeboorte en een te lage suikerwaarde bij de baby. Daarom is een goede opvolging en behandeling belangrijk.
Screeningstesten
Alle zwangere vrouwen worden in het eerste trimester getest met een nuchtere suikertest. Had je eerder zwangerschapsdiabetes of heb je een BMI van 30 of hoger? Dan wordt meteen een orale glucosetolerantietest (OGTT) uitgevoerd, vanaf 11 weken zwangerschap.
Bij een negatieve test volgt een tweede screening in het 2de trimester (24-28 weken) met een glucose challenge test (GCT) en/of een OGTT.
Hoe sneller de diagnose, hoe effectiever de behandeling.
Hoe verloopt een suikertest?
Dit is een eenmalige bloedafname bij je huisarts of gynaecoloog.
- ≥ 126 mg/dl: Dit wijst op diabetes.
- 95 – 125 mg/dl: Dit wijst op beginnende zwangerschapsdiabetes. Je wordt doorverwezen naar het diabetesteam voor verdere opvolging.
- <95 mg/dl: Dit is een normaal suikergehalte.
Bij deze test hoef je niet nuchter te zijn.
- Je drinkt een suikerdrankje met 50 gram glucose.
- Na 1 uur volgt een bloedafname om de bloedsuikerwaarde te meten.
- Bij een waarde boven 130 mg/dl is een tweede test nodig om zwangerschapsdiabetes met zekerheid vast te stellen.
Deze test wordt uitgevoerd op een nuchtere maag (je mag 8 tot 12 uur op voorhand niets eten of drinken behalve water).
In de dagen voor de test:
- Eet je normale voeding (geen diabetes- of caloriebeperkende voeding).
- Je bent minstens 8 tot 12 uur nuchter voor de test. Water drinken mag wel, maar zeker geen koffie, cola of andere suiker- of cafeïne houdende dranken en niet roken.
- Voor de test mag je geen belangrijke fysieke activiteit uitvoeren. Rust minstens 1 uur voor en na de test.
De test zelf:
- Je drinkt een suikerdrankje met 75 gram glucose.
- Er worden drie bloedafnames gedaan:
- Voor het drinken van de glucose-oplossing.
- 1 uur na inname.
- 2 uur na inname.
- Als minstens één van de drie waarden te hoog is, heb je zwangerschapsdiabetes.
- De diagnose wordt met je besproken en je wordt begeleid door het diabetesteam.
Behandeling en opvolging
Een gezonde levensstijl is cruciaal. Gezonde voeding en voldoende beweging kunnen je bloedsuikerwaarden beheersen, maar als dat niet volstaat, schrijft de arts medicatie of insuline voor.
BEGELEIDING DOOR DIABETESTEAM
Je komt regelmatig op afspraak bij de diabeteseducatoren (verpleegkundige en/of diëtist). Zij leggen je uit hoe je je bloedsuiker meet, hoe de opvolging verloopt en welke voeding het best bij je past. We proberen je afspraken zoveel mogelijk te combineren met andere raadplegingen in het ziekenhuis, zoals bijvoorbeeld bij de vroedvrouw of gynaecoloog.
BLOEDGLUCOSE METEN
Meten doe je op vaste tijdstippen. Hoe vaak je moet meten per dag, wordt afgesproken met de diabeteseducator. Noteer de waarden in een dagboekje en neemt dit zeker mee bij elke afspraak.
Tijdstippen
- Eén of twee uur na ontbijt
- Eén of twee uur na middagmaal
- Eén of twee uur na avondmaal
- Voor het slapengaan
Streefwaarden
- Voor het ontbijt: < 90 mg/dl
- Eén uur na de maaltijd: < 140 mg/dl
- Twee uur na de maaltijd: < 120 mg/dl
Na de bevalling
Zwangerschapsdiabetes verdwijnt meestal na de bevalling, maar je loopt een verhoogd risico op diabetes type 2.
- Op materniteit: De bloedsuiker van je baby wordt 24 uur gemonitord. Bij insulinegebruik tijdens de zwangerschap blijft je baby minstens 24 uur op neonatologie. Jouw bloedsuiker wordt ook opgevolgd, en de diabeteseducator geeft verdere uitleg.
- Na de bevalling: Laat 8 à 10 weken postpartum een suikertest (OGTT) doen. Borstvoeding? Dan kan de test worden uitgesteld tot je gestopt bent met borstvoeding of ten laatste 6 maanden na de bevalling.
- Jaarlijkse controle: Laat je bloedsuiker elk jaar controleren bij de huisarts.
Goede opvolging en een gezonde levensstijl helpen diabetes type 2 te voorkomen.