Anesthesie
ROUTE
Team
Aanbod
De associatie Anesthesie van het AZ Sint-Elisabeth Zottegem bestaat uit een team van 15 anesthesisten. Zij verzorgen 3 grote diensten in het ziekenhuis:
- De perioperatieve zorgen in het Operatiekwartier, het Dagziekenhuis en de buitendiensten (Radiologie)
- De opvang en behandeling van patiënten op de dienst Intensieve Zorg
- De opvang en behandeling van patiënten in de Pijnkliniek
De dagen voor de operatie
Om je op een goede en veilige manier door de operatie te kunnen loodsen, moet de anesthesist goed weten in welke conditie je verkeert. Soms zal de anesthesist een preoperatief bezoek brengen op de kamer de avond voor de ingreep. Maar in de praktijk gebeurt dat steeds minder, omdat het ziekenhuisbezoek waar mogelijk ingekort wordt. De chirurg zal je daarom veelal doorverwijzen naar je huisarts.
De anesthesist zal een anesthesiestrategie bepalen op basis van:
- je medisch dossier
- de verwijsbrief van je huisarts en eventuele technische onderzoeken (bloedanalyse, ECG, radiografieën)
- het type ingreep dat je dient te ondergaan
De dag van de operatie
- Tijdens de operatie moet je “nuchter” zijn om braken tijdens en na de operatie te voorkomen. Dit betekent dat je 6 uur voor de ziekenhuisopname niet meer mag eten of drinken. Een klein slokje water om medicijnen in te nemen, of bij het tanden poetsen is wel toegestaan.
- Voor de operatie moet je sieraden zoals een horloge, ringen en armbanden afdoen. Ook je bril en gebitsprothese moet je op de verpleegafdeling achterlaten.
- Er wordt gevraagd geen make-up en nagellak te dragen.
- Je identiteit, ingreep en operatiekant worden meermaals gevraagd om fouten voorkomen.
- Indien je erg zenuwachtig bent kan je ’s morgens een licht kalmeertabletje krijgen.
- De verpleegkundige brengt je in je bed naar de voorbereidingsruimte van het operatiekwartier. Hier wordt een infuus in je arm geplaatst en indien nodig krijg je steunkousen.
- Je wordt naar de operatiezaal gebracht.
In de praktijk bestaan er verschillende vormen van anesthesie: algemene verdoving of locoregionale verdoving. Je chirurg en/of anesthesist zal de verschillende mogelijkheden met je overlopen en in de mate van het mogelijke rekening houden met je wensen. De keuze voor een locoregionale of een algemene anesthesie is echter afhankelijk van verschillende factoren.
- Soms is een algemene anesthesie absoluut noodzakelijk. Dit kan verschillende redenen hebben, bijvoorbeeld omdat de operatie lang duurt of omdat de patiënt in een oncomfortabele houding op de operatietafel moet geïnstalleerd worden.
- Sommige patiënten verkiezen een algemene boven een locoregionale anesthesie “om het allemaal niet bewust te moeten meemaken”.
- Indien je dat wenst, kan tijdens een locoregionale anesthesie een lage dosis medicatie toegediend worden (sedatie). Je bent dan niet echt diep in slaap en je blijft zelfstandig ademen, maar kan je beter ontspannen en je zal zich comfortabeler voelen. Ook kan tijdens een locoregionale anesthesie een hoofdtelefoon met muziek of een virtual reality-bril worden opgezet. Hierdoor kan de ingreep voor de patiënt zo comfortabel mogelijk verlopen.
Pijn is een waarschuwingssignaal van je lichaam om zich ervan bewust te maken dat er ergens in het lichaam iets mis loopt of gebeurt. Pijn heeft dus een beschermende functie: het voorkomt dat je jezelf meer kwetst. Maar na een operatie kan deze beschermende functie ook nadelig werken.
Enkele voorbeelden:
- na een buikoperatie ga je door de pijn minder diep ademen en zo weinig mogelijk hoesten. Hierdoor ontplooien de longen zich minder goed, hoest je de slijmen minder op en loop je het risico om een longontsteking te krijgen.
- door de pijn na de operatie ga je soms ook minder bewegen. Daardoor kunnen zich makkelijker bloedklonters vormen met mogelijk een flebitis (ontsteking van de aders) tot gevolg. Indien die bloedklonters loskomen en zich naar de longen verplaatsen (longembolen), kan dat levensgevaarlijk zijn. Ook een pas geopereerd gewricht zoals de knie kan snel verstijven wanneer het te lang stil gehouden wordt.
- door de effecten die de pijn heeft op het lichaam stijgt ook de bloeddruk en versnelt je hartslag. Dat kan dan nadelig zijn bij patiënten met hart- of bloedvaatziekten.
Om al deze redenen is een goede pijnbehandeling na de operatie van het grootste belang. Het draagt ertoe bij dat er zich minder complicaties voordoen, je je comfortabeler voelt en sneller herstelt.
Je zal pijnstillers toegediend krijgen. Heb je nadien toch nog pijn? Verwittig de verpleegkundige en we bekijken hoe we de pijnstillers verder kunnen optimaliseren.
Vormen van pijnstilling na een ingreep of behandeling
- Dit zijn de alom gekende pijnstillers (b.v. Dafalgan®, Brufen®, …) die gebruikt worden voor alle vormen van pijn. Het duurt minstens een half uur voordat ze beginnen te werken en ze moeten met de regelmaat van de klok worden ingenomen. Sommige smelttabletten werken sneller in (bv. Tradonal Odis®) .
- Deze pijnstillers worden meestal toegediend als de patiënt in staat is om te eten en te drinken en geen last heeft van misselijkheid of braken.
- Sommige van deze medicijnen bestaan ook in inspuitbare vorm en kunnen al tijdens en onmiddellijk na de operatie toegediend worden.
- Sommige medicatie wordt via een inspuiting toegediend, hetzij via het infuus (katheter in een ader = intraveneus) of via de bilspier (intramusculaire injectie).
- Wanneer de toediening via het infuus gebeurt, komt de medicatie onmiddellijk in de bloedbaan terecht en zal deze vrijwel meteen beginnen te werken.
- Bij een intramusculaire injectie kan het een twintigtal minuten duren voor het medicament begint te werken. Sommige krachtige pijnstillers (opiaten of morfine-achtige producten) kunnen aanleiding geven tot misselijkheid of braken.
- De patiënt krijgt continu via een infuus of via een katheter een bepaalde hoeveelheid pijnmedicatie toegediend.
- Deze toediening van de medicatie gebeurt meestal met behulp van een toestel (spuitdrijver) of elastomeerpomp.
De pijnpomp is een computertje dat de anesthesist persoonlijk programmeert in functie van de leeftijd, het gewicht en de eventuele ziekten van de patiënt. De pomp dient medicatie toe via:
- een infuus in een ader (= de intraveneuze pijnpomp)
- via een katheter naar de epidurale ruimte rondom het ruggenmerg (= de epidurale pijnpomp)
- of rond een grote zenuw (= de perifere regionale pijnpomp)
Voordelen
- De patiënt kan in grote mate zelf bepalen hoeveel pijnstillers hij krijgt toegediend.
- De patiënt hoeft niet bang te zijn dat hij “te veel” gaat krijgen.
- De patiënt hoeft niet steeds de verpleegkundige te verwittigen wanneer hij (meer) pijn krijgt.
De anesthesist of de pijnverpleegkundige komt dagelijks langs om de goede werking van de pomp en de efficiëntie van de pijnstilling te evalueren. Indien nodig kunnen de instellingen van de pijnpomp veranderd worden.
Veelgestelde vragen
Anesthesie is de verzamelnaam van alle soorten verdoving voor operaties. Eigenlijk betekent het “gevoelloosheid”. Maar anesthesie is veel meer dan pijncontrole en/of kunstmatige slaap. De anesthesist zorgt tijdens de ingreep ook voor de bescherming en stabilisatie van de levensbelangrijke functies van het lichaam.
Een anesthesist is een arts die de volgende aspecten dagelijks toepast in situaties die snelheid (seconden) en flexibiliteit in aanpak vereisen:
- de fysiologie en pathologie (kennis van de werking van het gezonde en het zieke lichaam),
- de anatomie (kennis van de opbouw van het lichaam)
- en de farmacologie (kennis van hoe een medicament in het lichaam werkt en eruit verdwijnt)
De anesthesist is een arts-specialist: na een zes- tot zevenjarige opleiding tot arts heeft hij/zij een 5 jaar durende specialisatie gevolgd in de anesthesie en zijn deelgebieden (urgentiegeneeskunde, intensieve geneeskunde, behandeling van chronische pijn). Heel wat anesthesisten volgen na hun specialisatie nog een bijkomende specialisatieopleiding van 1 tot 2 jaar in de intensieve zorgen, urgentiegeneeskunde, kinderanesthesie of de behandeling van chronische pijn.
Verpleegeenheden
Intensieve zorg
- Route 80 (kamers 80-91)
- Medisch afdelingshoofd: Dr. Werner Verbruggen
- Hoofdverpleegkundige: Annemie Eechaute
- Bezoek: zie onderstaande link
Recovery
- Route 122
- Medisch afdelingshoofd: Dr. Samuel Suykens
- Hoofdverpleegkundigen: Cindy Van Heghe & Marianne Bekaert
- Bezoek: 1 ouder bij kind