Ideaal gebeuren de bloedonderzoeken binnen de 6 uur na de bloedafname.
De bewaring van de stalen gebeurt het best op kamertemperatuur.
Bewaring in de koelkast dient men zeker te vermijden behalve voor bloed afgenomen op  EDTA (paarse stop) en in het algemeen bij de stalen afgenomen voor microbiologisch onderzoek.

Het transport naar het laboratorium gebeurt bij voorkeur zo snel mogelijk (respecteer 15 tot 20 minuten) na afname indien transport via het buizenpostsysteem verloopt.
De meeste lichaamsvloeistoffen zijn instabiel; door allerlei processen, die starten vanaf het ogenblik van de afname, treden er significante wijzingen op in de samenstelling van het vocht. Sommige artefacten worden afgeremd door koeling andere worden hierdoor juist versneld.

De diverse monstertubes en het ingevuld aanvraagformulier worden individueel verpakt in een plastiekzakje en bezorgd aan het laboratorium.
De meeste materialen kunnen snel worden getransporteerd via het buizenpostsysteem.
Maak geen gebruik van dit systeem voor het verzenden van bloedproducten bestemd voor toediening aan patiënt, capillaire afnames, containers die niet hermetisch afgesloten zijn (urinecontainers zonder dubbele sluiting)
Bij storing van het buizenpostsysteem technisch meldpunt contacteren (Tel. Nr.  5000)
Stalen die niet via het buizenpostsysteem worden verstuurd, worden afgegeven op de receptie van het laboratorium (tweede verdieping). De stalen kunnen 24 uur op 24 uur worden gedeponeerd.

Sommige parameters vereisen een quasi onmiddellijke analyse, dit wordt vermeld op het aanvraagformulier via de code S: na afname snel transport naar het laboratorium.
De specificaties worden vermeld ter hoogte van de individuele analysefiches en zijn consulteerbaar op het intranet en de website, rubriek laboratorium.
De meest frequent voorkomende parameters met speciale afnamecondities zijn:

  • ammoniak, bloedgassen, renine: afname op ijs en snel transport naar het laboratorium
  • cryoglobulines: afname en transport op 37 ° C
  • spermastaal: na afname, transport bij lichaamstemperatuur

Bij het transport van buiten het ziekenhuis wordt de blootstelling aan extreme warmte en koude vermeden door gebruik te maken van specifieke containers.
Gebruik van individueel transportcontainers om stalen diepgevroren te bewaren.
Gebruik van koelboxen bij de ophaling van de stalen door de toerbode; het rechtstreeks contact tussen afnametubes en koelelementen vermijden.